Het FOAM, fotomuseum in Amsterdam, staat helemaal op z’n kop. De zalen zijn ingericht met foto’s van Diane Arbus. En er is een Diana Arbus Study Centre.
Bij foto’s uit de jaren zestig en eerder ontstaat melancholie. Bij mij in ieder geval; als ik zo’n gezicht zie, zie ik mezelf soms ook weer terug. In de jaren zestig dan. Wat zou er van die jongfens en meisjes die nog vol ideeën, plannen en idealen zijn gefotografeerd? En dat zal ik nou net nooit weten! Gerust kan ik mijn fantasie de vrije loop laten en zelf een geschiedenis voor hen bedenken. Ik kijk naar de foto. Niet alleen naar het gezicht, maar ook naar het hele beeld zoals de fotografe heeft gemaakt. Wat zie ik, waar gaat het over en hoe weet ik dat; met deze basisvragen voor het bekijken van een foto begin ik hun nieuwe geschiedenis.
Ik zie een wildvreemd gezicht. Soms nors, soms vrolijk, soms een soort van neutraal. Niet betrapt, de foto is duidelijk niet stiekem gemaakt. Het mocht, maar niet meer dan dat. Jammer dat er geen foto’s van de expositie gemaakt mogen worden. Ik wil sommige beelden mee naar huis
nemen.
De foto’s hebben een titel. Beschrijvend en daardoor richtinggevend.
‘Feministe in hotelkamer’, een titel bij een beeldvullend portret van een vrouw die mij onderzoekend aan hangt te staren. De foto blijft, de titel verdwijnt.
Het gaat om de mensen, niet om de technische perfectie. En daar hou ik van! De foto’s zijn spannend; gelaagd door de discrepantie tussen hoe mensen gezien willen worden en hoe we ze zien. De foto’s schuren daardoor. Hou ik ook van!
Haar werk is ook een tijdbeeld van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Het is wel veel, maar de moeite waard. Overrompelend. De beelden zwiepen door m’n hoofd en dat is niet zomaar voorbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten